Afwezigheid wegens ziekte en betaald verlof

Een recente wetswijziging* voorziet een belangrijke wijziging op het gebied van opbouw van verlofdagen tijdens afwezigheid wegens ziekte.

• Gewijzigde opbouw verlof

Algemeen bouwde een werknemer, na 20 werkdagen afwezigheid (die niet gelijkgesteld is aan werktijd), geen betaald verlof op. Hierbij noteren we dat bepaalde cao’s dit wel (gedeeltelijk) vermeldden.
Op heden voorziet de wetswijziging wel in de gedeeltelijke opbouw van betaald verlof (80% ipv 100%).
Concreet betekent dit dat voor elke maand afwezigheid door ziekte, twee werkdagen betaalde vakantie worden opgebouwd, met een maximum van 24 werkdagen per verlofjaar (van 1 juni tot en met 31 mei).

• Informatieplicht werkgever

De werkgever heeft tot 1 maand na werkhervatting de tijd om de werknemer te informeren:

•    op hoeveel dagen betaalde vakantie hij recht heeft 
•    tot welke datum deze betaalde vakantiedagen kunnen worden opgenomen. 

• Opname verlof

Aanvullend opgebouwd verlof tijdens ziekteperiodes dient binnen een periode van 15 maanden te worden opgenomen. Dit is het wettelijke minimum, dat kan worden verhoogd door middel van een bedrijfs- of sectorovereenkomst.

• Retroactiviteit

De wetswijziging is retroactief van toepassing sinds 1 december 2009.

• Rechtzetting voor het verleden

Het antwoord is afhankelijk of de werknemers nog in dienst zijn of niet:

- voor de werknemers nog in dienst bij dezelfde werkgever, is een aanpassing voor de lopende verlofperiode (01/06/2023-31/05/2024) automatisch voorzien op de loonberekening van mei 2024. Wat de voorbije verlofperiodes betreft kunnen de medewerkers, gedurende een periode van 2 jaar volgend op de wetswijzing van 24/04/2024 een rechtzetting aanvragen bij de werkgever.

- werknemers die al uit dienst zijn kunnen een vordering tot rechtzetting van hun vakantierechten instellen bij de arbeidsrechtbank tot 3 jaar na de datum van beëindiging van hun arbeidsovereenkomst.

Voor verdere vragen, neem gerust contact met ons op.

*Wet n°2024-364 van 22 april 2024, artikel 37, Journal Officiel